Overheid en bedrijfsleven drukken datacentra door, burgers, natuurorganisatie en boeren praten niet mee
Aspect
Dat burgers, natuur- en landbouworganisaties zich minder gehoord voelen in voorstellen voor de groei van datacenters en de digitale infrastructuur is niet zo vreemd. De Ruimtelijke Strategie Datacenters komt uit het samenwerkingsverband Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) dat bestaat uit drie ministeries, vijf grote steden, vijf provincies en het bedrijfsleven. Burgers, boeren of natuurorganisaties zitten niet aan tafel.
Het is te zien. Zo komt het woord 'natuur' één keer voor in het eerste uitvoeringsdocument van de organisatie. Het woord landschap wordt vooral in de term productielandschap gebezigd. De Dutch Datacenter Association (DDA) heeft wel een goede ingang: 'het is één van de partijen die overheden en het Netherlands Foreign Investment Agency kunnen informeren over de wensen vanuit het bedrijfsleven', zo stelt het document. Bij het bepalen van de Ruimtelijke Strategie Datacenters werd samengewerkt met gemeenten die centraal staan in de bouwplannen, zoals Zeewolde. Almere en Hollands Kroon. Verder schoven gespecialiseerde bedrijven en organisaties aan zoals de DDA, AMS-IX, Fiber Carrier Association, Equinix, Relined, NLDC, Taurus, netbeheerders en warmtenetwerkspecialisten. Een tweede conceptversie van de strategie werd bijgepunt na een sessie tijdens het Datacenter Restwarmte & Innovatie congres dat in 2018 door de DDA werd georganiseerd. Daarna kregen alle stakeholders nog een keer kans om feedback te geven waarna de strategie definitief werd vastgelegd.
Lees het volledige artikel:
De lobby
De datacenter lobby verkopen datacentra als bijdrage aan de energietransitie. Men schrijft:
"De sector is proactief en zet zich al jaren in voor groene energie en is koploper in het gebruik hiervan. Daarnaast is stroom-efficiency inmiddels de tweede natuur voor datacenters, zowel vanwege het duurzaamheidsaspect als het kostenaspect. Zo maakte de DDA begin 2017 publiek dat de Nederlandse datacenter sector zijn restwarmte gratis wil aanbieden aan de samenleving om zo al een stevige bijdrage te leveren aan de energietransitie."
Ditzelfde verhaal verkochten de kolencentrales die biomassa gingen bijstoken, de biomassacentrales zelf, Shell die gaat eigen broeikasgassen met miljarden subsidies in lege gasvelden wil pompen, de warmtenetten die werken op afvalverbranding, biomassa en aardgas en nu ook de datacentra. Alle warmte die zij produceren is gemaakt met elektriciteit. Het zijn de warmteverliezen die optreden doordat computers nu niet efficient omgaan met stroom. Het merendeel (90%) wordt omgezet in warmte.
Door het enorme stroomverbruik remmen datacentra de energietransitie. De meest duurzame stroom is immers de stroom die niet nodig is.
De industrie is gewiekst in het 'omkatten' van het verhaal: ze presenteren zich als onderdeel van de oplossing terwijl ze onderdeel zijn van het probleem. Als ambtenaren en politici niet kritisch zijn, of denken aan hun carrière in het bedrijfsleven, gaan ze hierin mee.
Duurzame warmte?
De warmteverliezen moeten worden afgevoerd. Door dit in een warmtenet te stoppen zijn de bedrijven er wellicht vanaf. Het zelf afvoeren van de warmte is duurder. Dus zo genereus is het aanbod niet. Verder is de warmte laagwaardig (25-30 graden), niet geschikt om te transporteren. De warmte moet dus eerst worden geconcentreerd, en dat kost veel stroom. Deze infrastructuur wordt niet door de datacenters vergoed.
De stroom die de datacenters verbruiken kun je -bij wijze van spreken- beter inzetten voor straalkachels en infrarood panelen in de woningen.
De aanleiding: Amsterdam
De reden om datacenters te spreiden komt voort uit de issues die enkele jaren geleden rond de hoofdstad spelen. Het internationale internetknooppunt heeft een aanzuigende werking op nieuwkomers, maar de energie-infrastructuur kan het niet meer aan. Het netwerk verzwaren kost 5 tot 7 jaar, terwijl een datacenter in 3 jaar gebouwd kan worden. Bedrijven kunnen mogelijk voor een ander vestigingsland kiezen als daar zoveel tijd tussen zit.
Stap 1 van de routekaart meldt dan ook alarmerend dat de clustervorming rond Amsterdam 'niet versjteerd mag worden'. Stap 2: het ‘energietekort’ kan ten dele opgelost worden door de mogelijkheden in het gebied Almere – Zeewolde – Lelystad – Dronten te benutten. Precies daar waar nu grote bouwplannen zijn en waar veel duurzame energie wordt opgewekt.
Wie zitten er in de REOS?
- De netbeheerders: Tennet, Alliander/Liander, Stedin, Enexis/Enpuls, ECW Netwerk.
- De gemeenten: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Almere, Haarlemmermeer, Haarlem, Hollands Kroon, Groningen, Zwolle, Delft, Veenendaal, Zeewolde, Westland.
- De economic boards en ontwikkelbedrijven: Economic Board Amsterdam, Economic Board Utrecht, Economic Board Zuid-Holland, Brainport Development, Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord, Innovation Quarter Zuid-Holland, Schiphol Area Development Company, Groningen Seaports.
- De provincies: Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Flevoland, Noord-Brabant, Groningen.
- De branche-organisaties, marktpartijen: Dutch Data Center Association, AMS-IX, Fiber Carrier Association, Equinix, Relined, NLDC, Taurus.
- Rijk: Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en Water, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Rijksdienst voor Ondernemerschap/Netherlands Foreign Investment Agency, Rijkswaterstaat.
- Regio’s: Metropool Regio Amsterdam, Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
- Diverse: Meerlanden, Crossyn, Engie, Interconnect, TNO, Universiteit Delft, Warmtebedrijf Rotterdam, Warmtenetwerk Nederland, Greenvis, Stratix, Minkels, Vos de Boer & partners,
Prognoses
Datacenters zijn grootverbruikers van energie (stroom), rigoureuze wijziging hierin valt de komende 20 jaar niet te verwachten. Het totaal benodigd vermogen van 1,3 GW zou kunnen groeien naar 1,8 tot meer dan 3,5 GW in 2030, afhankelijk van de verwachte groei in datavloeroppervlak.
Meerdere scenario’s voor de groei van datacenters zijn denkbaar. In het meest pessimistische scenario (WLO laag, weinig digitaal vertrouwen, tekort aan energie) moet uitgegaan worden van een groei van circa 40% tot 2030. In het meest optimistische scenario (WLO hoog, digitaal vertrouwen, voldoende stroom ter plaatse) kan gedacht worden aan een groei tot 300% in 2030 verdeeld over alle typen van datacenters. Voor 2030 houden we rekening met een totaal volume van 0,8 tot 1,8 mln. m2.
Documenten
Terug & verder bladeren:
tinyurl:
link
views: 159